Hard werken, geloof, vallen én weer opstaan, om de allerbeste te worden!
Remy Bonjasky, ook bekend als ‘The Flying Gentleman’ is drievoudig K-1 wereldkampioen, getrouwd met Renate en vader van drie kinderen, sportschoolhouder en tegenwoordig zelfs kinderboekenschrijver. Deze man is een vechter: niet alleen in de ring, maar zeker ook daarbuiten. Hij staat voor waar hij in gelooft. ‘Bij mij vielen uiteindelijk alle puzzelstukjes goed. Maar het was niet alleen geluk dat mij succes bracht. Ik deed het werk. Ik geloofde. Ik vertrouwde.’
Met onze bokshandschoenen in de tas reisden we af naar Almere, waar Renate – vrouw en manager van Remy – ons ontving op de Bonjasky Academy, de sportschool van de bokslegende. Het was een drukke dag voor Remy: hij ging van afspraak naar afspraak en hij gaf meerdere interviews. Gelukkig nam hij alle tijd en energie voor ons: we vroegen honderduit over zijn jeugd, zijn carrière, zijn gezin en natuurlijk over zijn manifestatiepower.
Je bent geboren in Suriname en op je vijfde naar Nederland verhuisd. Hoe heb je dit ervaren?
‘Ik ben geboren in Paramaribo en woonde daar inderdaad tot mijn vijfde met mijn zus, broer en moeder. Mijn vader woonde destijds al in Nederland voor zijn werk. Ik kan me de grote verhuizing nog goed herinneren en nee… Het was allemaal niet echt leuk. We woonden eerst in Tilburg, daar is mijn broertje geboren. Vanuit daar zijn we nog een aantal keer verhuisd totdat we uiteindelijk op mijn elfde in de Bijlmer terecht kwamen. Mijn ouders waren inmiddels gescheiden, mijn moeder was analfabeet en kon moeilijk aan werk komen. Het was niet altijd even makkelijk in mijn jeugd. Sowieso was de komst naar Nederland heftig: alleen al het verschil in temperatuur was enorm wennen, we verhuisden in de winter. Ik was 30 graden gewend en ging ineens naar -3 graden. Vreselijk vond ik het. Ook was ik ineens continu omringd door allemaal witte kids die me aankeken alsof ik van een andere planeet kwam. Ik werd gepest, nagekeken, voor aap en nog veel meer vreselijks uitgescholden. Kinderen zijn wat dat betreft keihard en direct. En die puurheid is in veel gevallen mooi, maar als ik hoor dat een van mijn kinderen zoiets doet corrigeer ik daar wel altijd op. In mijn jeugd werd dit soort pestgedrag niet gestopt door volwassenen. Sterker nog: ze deden er zelfs aan mee. Bij mij op school lachten meesters en juffen gewoon mee met de kinderen als ik werd uitgescholden. Vooral tijdens de Sinterklaasperiode was ik het mikpunt van de klas en je snapt natuurlijk wel waarom. Ieder jaar weer een vreselijke tijd voor mij.’
‘Ik ben van niemand afhankelijk. Ik haal mijn eigenwaarde uit mezelf. Ik heb behoorlijk schijt aan wat mensen van me denken’
Hoe ging je daarmee om? Had je thuis wel een veilige haven om naar terug te keren?
‘Veilig was het thuis wel, maar ook daar was het leven niet altijd even makkelijk. Er waren periodes dat we het financieel serieus moeilijk hadden. Dat we nauwelijks de huur of boodschappen konden betalen. Hoe vaak ons gas en licht wel niet afgesloten is geweest… Maar mijn moeder ging niet bij de pakken neerzitten. Ze hield zich sterk voor ons en leerde ons daarmee om door te zetten, ook als het tegenzat: doorzetten, het komt weer goed, vasthouden. Met dat voorbeeld ben ik opgegroeid en daar ben ik nu heel blij om. Kijk, toen ik puber was en er middenin zat was het niet fijn: ik was toen alleen maar aan het vergelijken met andere kinderen. Zij hadden wel Nike Air Max, zij kregen wel ieder jaar een nieuwe jas. Ik was veel bezig met die ongelijkheid, logisch ook, als kind focus je je daar gewoon op. Ik werd nog steeds gepest en er werd nauwelijks iets aan gedaan. In die tijd, dan heb ik het over de jaren ’90, was er gewoon minder aandacht en begrip voor wat pesten met een mens kon doen. Het heeft me echt gevormd. Mensen luisteren en begrijpen tegenwoordig veel beter wat de impact van pesten is. Nu ik wat ouder ben en kan uitzoomen, zie ik dat die periode me ook wat heeft gebracht en pluk ik er zelfs de vruchten van. Ik ben er sterk van geworden: ik ben van niemand afhankelijk. Ik haal mijn eigenwaarde uit mezelf. Ik heb behoorlijk schijt aan wat mensen van me denken want ik heb nu toch niets meer te verliezen. Dat geeft zoveel rust. Ik durf uit te spreken waar ik in geloof en waar ik voor sta, ik denk niet in beperkingen. Ik kijk altijd naar wat er wél kan. Er is namelijk altijd een oplossing en alles komt altijd hoe dan ook goed. Ik raak niet snel in paniek als er nu een lastige situatie is. Eerst eens even rustig achterover zitten en overzien wat er nu eigenlijk aan de hand is. Vaak komt de oplossing vanuit die modus eerder dan wanneer er complete chaos is.’
‘Ik vond in kickboksen een nieuwe uitdaging en dacht van begin af aan: hierin ga ik de állerbeste worden’
Lees het gehele interview in Manifestatie Magazine.